374 28 December 1901. te behandelen. Alleen wil spreker mededeelein,, dat de Vin- centiushvereeniging, waarvan hij lid is, wel eens genoodzaakt is geweest een werkman der gemeientsKreiniging voort te helpen. Die ondersteuning, hoewel overigens tegen den zin van den directeur, werd door de vereeniging steeds bejam merd, tei meer, wijl het gold een werkman in dienst der ge meentel. Erkend moet dus worden, dat de menschen het waarlijk niet te breed hebben. Spreker stelt derhalve voor dei weeklóonen met f 1,te verhoogen en alzoo respectie velijk te brengen op f 8,- en f 9, De lieer Heijlaerts zegt, dat bij door zijnei betrekking ook meermalen in aanraking is geweest met de: werklieden der gemeentei-reiniging en daarbij dikwijls! armoedei hleeft waargenomen. Spreker schetst verder het ontstaan der gemeente-reiniging, waarbij als eenig doel op don, voor grond stond eene verbetering va,n den hygiënischen toe stand, zoinder aa,n winst te- denken. Volkomen beiamendei de motieven, die tot de verhooging van f 1,hebben geleid, steunt spreker derhalve dit voorstel. De beer Jacoby zegt, dat hij voorlezing beieft verzocht van het adres der onderafdeeling van den R. K. Volksbond Kardinaal Manning", omdat dit adres juister en beter den toestand weergeeft, dan het rapport der commissie. Die menschen weten beter,, wat er in eien werkmansgezin omgaat en welke behoeften in zoo<'n gezin gevoeld worden. Neemt men een huishouden met zes kinderen, wat geene, zeldzaam heid is, dan heeft dit gezin per man en per dag nog geen 10 cent te verteren. Daarvan moet het zich voeden, klecden, huishuur betalen, enz. Wat nu aangaat de1 mededeeling van de commissie, dab de werklieden fooien ontvangen, wijst spreker op de om standigheid, dat door den burgemeester jaarlijks eene be kendmaking wordt geplaatst, dat liet aannemen van fooien verboden is. Daarover zijn nimmer klachten ingekomen, want dan zouden de betrokken werklieden wel gestraft zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 374