38 23 Februari 1901. „aanspraak daarop, overeenkomstig de bepalingen van art. 4. „bestaat bij ons geen bezwaar. „Wij hebben derhalve de eer aan uwen raad in overwe ging te geven 1°. „op het verzoek tot terugbetaling van pensioensbijdra- „gen afwijzend te beschikken. 2». „aan het verleend eervol ontslag alsnog de bepaling toe „te voegen „behoudens aanspraak op pensioen overeenkomstig de „bepalingen van art. j der penswewverordening, bere- kend over het tijdvak van 1 Februari 18781 Decern- „»er 1881 en van 1 September 1888 tot op den dag waar- „op zijn eervol ontslag zal ingaan. „Het verzoekschrift van den heer Scheffer gaat hierbij „terug". De voorzitter vraagt of de raad zich met dit voor stel' kan vereenigen. De heer Rombouts, erop wijzende, dat het tweede gedeel te van het voorstel een nieuw besluit wordt, acht het wen- schelijker de woorden „zal ingaan" te doen vervangen door „is ingegaan", op grond dat het ontslag reeds vroeger is ver leend. Da voorzitter zegt, dat hiertegen gieen beizwaar bestaat, doch wijst erop dat, toen de pensioen-commissie het adres behandelde, de heer Scheffer nog in functie was. Zonder verdpre bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van de commissie voor hst pensioenfonds, behoudens dp daarin aan te bren gen wijziging volgens het voorstel van den heer Rombouts. 13. Prap-advies van burgemeester en wethouders alhier op hat adres van den heer W. H. Tromp en mejuffrouw M. Hol- lingerus Pijpers, hoofden van scholen in deze gemeente, ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 38