ONTWERP. 23 Maart 1901. Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJD'SMAN, C VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGEN- HOUSZ, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, J. W. J VIS SERS, mr. M. P. M. VAN DAM,, mr. P. M. J. E. BLOE- MARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJÉ, burgemees ter, voorzitter. De voorzitter opent de vergadering en zegt. dat de notulen va,n het verhandelde in de vergadering van 23 Fe bruari 1901, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde/ A. Ingekomen stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 51