23 Maart 1901. 55 nen tot afkoop eener jaarnjksche geldrente, groot 56 cent, ten behoeve der gemeente gevestigd op de aan hem toebehoo- rende woning aan de Zoutstraat no. 9. De voorzitter stelt, namens burgemeester en wethou ders, voor dit verzoek in te willigen en den afkoop toe te staan tegen penning XX. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig beslo ten. De lieer Van Mierlo wenscht, in verband met het bepaal de bij artikel 46 der gemeentewet, geacht te worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. 5. Brieven van de heeren J. K. de Bie, J. P. A. J. Rosu en A. J. van Son, alhier, houdende mededeeling, dat zij de ue- noeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeente aannemen. De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennis geving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 6. Br;ieven van de heeren P. Spaapen en Ch. A. M. van Pelt, alhier, houdende mededeelilng, dat de benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeen te, door hen niet wordt aangenomen. De voorzitter stelt voor, deze blieven eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 11 Maart 1901, n°. 308, daarbij, ter voorziening in de vacaturen van twee leden der commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeente, tengevolge van het niet aannemen hunner

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 55