68
23 Maart 1901.
Tegen waren de heeren Sassen, Teychiné, Van Hal, Schel-
tus, Van Mierlo en de voorzitter.
De heer IngenHousz vraagt alsnu aan den raad verlof om,
in verband met de onlangs plaats gehad hebbende aanbeste
ding van steenkolen, aan burgemeester en wethouders en aan
de betrokken commissie eenige inlichtingen te mogen vragen.
Dit verlof verkregen zijnde, zegt de heer IngenHousz dat,
toen de verschillende inschrijvingen voor de levering van
steenkolen onlangs bekend werden, de bevolking verwonderd
was over het feit, dat die levering gegund was aan den hoog-
sten inschrijver. Op den voorgrond wil spreker stellen, dat de
verschillende inlichtingen, welke hij te dien opzichte wensclit,
niet het gevolg zijn van eenig wantrouwen, doch nu de gemoe
deren hieromtrent geschokt zijn. acht spreker het noodzake
lijk, dat de burgerij weet, of hier goed en correct is gehandeld
en in het uitsluitend belang der gemeente.
Spreker wenscht dan de volgende vragen te stellen.
Is de gunning geschied op grond van de overgelegde an ar
lyses? Werd bij vroegere aanbestedingen eveneens aldus ge
handeld
Zoo ja, rechtvaardigen die analyses dan een hoogeren in
koopsprijs van f 2,05 per ton tusschen b.v. de Mickley en de
Wearmouth en van f 2,55 per ton tusschen de Mickley en de
Pelow-matn? Zoo ja, in welk opzicht staat dan de eerste zóó
ver boven de tweede soort en de derde soort en in 't algemeen
boven de ingeschreven soorten?
Zijn die kolen zoo superieur aan de andere soorten, dan zal
het voorzeker eene kleine moeite zijn, daarop afdoende inlich
tingen te verschaffen.
Hebben echter niet de analyses tot grondslag gestrekt, wel
ke redenen bestonden er dan wel, om de zooveel duurdere soort
te nemen? Is dit geschied op grond van ondervinding van de
deugdelijkheid der kolen, waarom zijn dan geeme proeven ge
nomen met andere goedkoopere soorten, zooals herhaaldelijk
door verschillende groote firma's is verzocht, o.m. nog vóór de
laatste inschrijving in December?