12 Januari 190.1. 7 Art. 4. Elk lid, ter vergadering komende, stelt zijne naamteekc- ning op de genummerde presentielijst. Art. 5. De voorzitter stelt de orde der vergaderingen vast. Geen lid voert het woord, dan na het van den voorzitter verzocht en verkregen te hebben, die het verleent in de orde waarin het gevraagd is. De stemming heeft plaats naar de volgorde van de presen tielijst, nadat voor elke vergadering door het lot is beslist, met welk nummer van de lijst zal worden aangevangen. De voorzitter brengt het laatst zijne stem uit. De leden stemmen met de woorden vóór of tégen, zonder eenige bijvoeging. Alle besluiten worden door volstrekte meerderheid der stemmende leden opgemaakt. Bij staking van stemmen, wordt het nemen van het besluit tot eene volgende vergadering uitgesteld. In dezei, en evenzoo1 in eene voltallige vergadering, wordt, bij staken van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aan genomen. Art. 6. Behoudens het bepaalde bij art. 6 van het Koninklijk be sluit van den 16 November 1900 Staatsblad n<t 200), mag de commissie niet beraadslagen of besluiten, zoo niet dc grootste helft harer leden tegenwoordig is. Wanneer het in de vorenstaande zinsnede vereischt getal leden niet is opgekomen, wordt eene nieuwe vergadering be legd, op de wijze in artikel 3 voorgeschreven. Evenwel be hoeven er slechts vier en twintig uren tusschen de rondzen ding der oproepingsbriefjes en het uur der vergadering te verloop en. Wanneer ook dan het vereischt getal niet is opgekomen, geschiedt het beleggen der vergadering andermaal op dezelf de wijze, met aanhaling in de oproepingsbriefjes der bepa-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 7