20 April 19Ö1. 99 „Coothplein door do Ginnekenstraat, do Eindstraat, do Kan- ,,restra.at, de Torenstraat, het. Kerkplein., de Groo'te Markt, „de Oatharinastraat, de Boschstraat enz. na,ar het Stations- „plein was losgelaten en vervangen door een lijn Van C'ooth- plein, de Ginnekenstraat, de Eindstraat, de Karrestraat, de „Torenstraat, Havermarkt, Vischmarktstraat enz,, naar het „Stationsplein. „Bij uw besluit van den 7. Juli 1900 is de concessie van 24 „Maart 1900 samengesmolten met de tegenwoordige van af den boulevard BredaMastbosch aan de Willielminastraut „door de kom der gemeente Bréda, naar hèt Stationeplein van „den Staatsspoorweg te Breda en zijn dienzelfdcn dag de, daar aan verbonden voorwaarden vastgesteld. „De storting van het waarborgkapitaal, overeenkomstig „art,. 24 der concessievoorwaarden, heeft plaats gehad den „11. October 1900, z,ooidat ook op dien da,g de concessie als „aanvaard kan worden beschouwd. Van zelfstandige conces sie van het deel van af dein boulevard BredaMastbosch „tot het Van Coothplein kan alzoo' nu geen sprake meer zijn. „Het was te voorzien, dat het vaststellen der bepalingen „omtrent het gemeenschappelijk gebruik der rails niet zoo, „spoedig zoude plaats hebben als, men dit wenschte, omdat de „bestuurders der betrokken maatschappijen en eindelijk bur gemeester en wethouders van de gemeenten Teteringen en „Ginneken moesten gehoord worden. Het laat zich evenwel „aanzien dat nu spoedig de bepalingen kunnen worden vast gesteld- „In afwachting daarvan wensclit nu do concessionaris „De „Druijne" roods hot doel der lijn van a,f den boulevard Breda- „Mastbosch tot het Van Coothplein aan te leggen en verzoekt „geen toepassing van art. 29 sub b (vervallen verklaring der „concessie), indien de lijn niet binnen één jaar na, de, aanvaar- „ding der concessie is voltooid. „Hc»ewel het deel der lijn van af dein boulevard Breda „Mastbosch tot het Van Coothplein een onafscheidelijk deel „van de gehcele lijn uitmaakt, bestaat er bij ons geen bezwaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1901 | | pagina 99