9 Mei 1903.
109
spreker liever anders gewenscM, wijl het eene zaak geldt,
dlie nauwkeurig beredeneerd en besproken diende te worden.
Inltossdhen heeft spreker zich dezen korten tijd ten nutte
geimaialkit, oon de ziaak te onderzoeken. Daartoe heeft spreker
een onderzoek ingesteld op het terrein der gasfabriek en
tevens een onderhoud gehad met den directeur. Zooials deze
hem de zaak nader heeft toegelicht, komt spreker het voor
stel wel aannemelijk voor. Dit belet echter niet, dat, wan
neer spreker ware ingelicht door een ander deskundige van
een tegenovergestelde zienswijze dan de directeur, hij mis-
sdhiien ook met die denkbeelden zou medegaan. Men moet
afgaan op hetgeen anderen zeggen.
Inltossdhen heeft spreker den indruk gekregen, dat er op
bet terrein ruimte genoeg is voor uitbreiding. Had hij ech
ter het vorig jaar geweten, dat het toen gold eene partiëele
uitbreiding, dan zou hij wellicht toen reeds erop hebben
aangedrongen, om de zaak ineens af te doen.
Nu evenwei blijkt, dat de gemeente bij deze uitbreiding
voor een kwart eeuw gebaat is en de mogelijkheid bestaat,
dat tegein dien tijd zal worden overgegaan tot de invoering
van electriseh licht, komt het spreker niet wenschelijk voor
thans eene nieuwe fabriek te bouwen, welke een millioen
gulden zou kunnen kosten.
Inituisschen zou spreker gaarne zien, dat bij deze uitbrei
ding ook besloten wend tot de invoering van muntgasme
ters, waarop door hem reeds twee jaar geledén is aange
drongen.
'Eindelijk bestaat er voor spreker nog een argument, om
de zaak te bespoedigen. Door een geaöht stadgenoot, den
beier Rueb, is hem verzekerd, dat de prijzen van ijzer en
staal thans laag zijn, doch die artikelen in waande stijgen.
Eene spoedige beslissing kan dus allicht eenige duizenden
guldens voordeel opleveren.
De heer SLEGHTRIEM wijst erop, dat dit laatste argu
ment niet van overwegenden invloed is bij eene beslissing
lover de vraag, wat in de toekomst het meeste voordeel kan-
opleveren. Het spijt spreker, dat het voorstel zóó laat is in
gediend, dat uitstel niet wel mogelijk is. Aan den raad ont
breekt de gelegenheid voor eene behoorlijke overweging.