9 Mei 1903. 115 „De raad der gemeente Breda „Overwegende, dait heit noodzakelijk is tot bestrijding der „kasten van openbare werken en tot afbetaling der koop- „som van den domeingrond, gelegen aan de Nassaustraat „en dein Nassausingel alhier, eene geldleening aan te gaan „Gelet op de artt. 136 en 194a der gemeentewet „Heeft in zijine vergadering van den 9. Mei 1903 besloten „met den heer Frans Laurijssen, kassier, wonende te Breda, „aan te gaan eene tijdelijke geldleening, loopende over het „itij'divaik van 1 Juli 1903 tof 1 November 1903, groot twee ,,eii veertig duizend gulden tegen eene rente per jaar van „4 7/16% (vier en zeven zestiende procent) onder voorwaar- „den, dat de leeniimg zal plaats hebben tegen afgifte van „een accept, zoo notodig éénmaal tussclhentijds te vernieu- „wen, en waarvan de zegelkosten ten laste der gemeente „komenstrekkende tot waarborg van de rente en aflossing „dezer leening Mie inkomsten en bezittingen der gemeente." Voorts wordt, in verband met het besluit omtrent de uit breiding der gasfabriek, beslaten tegen 1 November 1903 eene vaste geldleening aan te gaan van f 200 000,met in begrip der tijdelijke leeningssom van ƒ42 000,—, behoudens nadere overlegging aan den raad ter goedkeuring van het betrekkelijke leendngsplan. De yoorzitter sluit hierop de vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 115