118 13 Juni 1903. heer Sassen o. a. ook de gemeente Arnhem is genoemd, alwaar de uitbreiding der gasfabriek met steenkoolgas heeft plaats gehad. Spreker heeft alstoen de gemeente Haarlem verstaan anders zou hij den heer Sassen reeds aanstonds op de on juistheid zijner bewering gewezen hebben. Uit het verslag van de gasfabriek te Arnhem over 1901 blijlkt, dat een bedrag van f50 000,was uitgetrokken voor uitbreiding met watergas volgens systeem Dellwick-Elei- scher met eenetmaalvermogen van 6000 M3. en benzolcarbu- ratie. In het verslag over 1902 is vermeld, dat de uitbreidings werken, waarvan in het vorige jaarverslag sprake was, in den loop van dat jaar geheel gereed kwamen en dat het gebruik van watergas uitstekend voldoet, vooral bij heit invoeren achter in de retorten, terwijl op de begrooting voor 1903 de sommen zijn toegestaan, noodig voor de aanschaf fing van eien tweede watergastoestel en van e'en unificateur de presfiiou. Het schijnt dus, dat men daar in dien geest wil voortgaan. De heer SASSEN antwoordt hierop, dat door hem wél degelijk ook de gemeente Arnhem is genoemd alwaar uit breiding met steenkoolgas heeft plaats gehad. Dit is aan vankelijk geschied in 1900 en het zou spreker niet moeielijk vallen, daarvoor het bewijs te leveren. Dat later met water gas is uitgebreid wil spreker niet betwisten en in zooverre kan dan ook de heer Rombouts gelijk hebben. De heer BLOEMARTS meent, dat de vergadering op een verkeerden weg is en dat het niet aangaat op deze wijze de discussiën over een onderwerp van de vorige vergadering te heropenen. De notulen behelzen een relaas van het ge sprokene in die vergadering en de juistheid daarvan wordt door den heer SASSEN 'erkend. Van eiene verbetering kan dus geen sprake zijn. De voorzitter deelt volkomen de meeniing van deil lieer Bloemarts en stelt mitsdien voor de notulen van de vorige vergadering goed te keuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 118