124 13 Juni 1903. „school, waarmede het thans in één gebouw vereenigd is. „Beide inrichtingen vullen da;n ook elkander aan. „In de jaarlij'ksehe provinciale subsidie van f 900,ligt. „eene erkenning van de verdiensten, welke het instituut „heeft, o. a. voor den toekomstigen ambachtsman, ein va;n „goedkeuring tevens van de wijze, waarop de commissie „hare taak opvat en volbrengt. „Wij aarzelen dan ook niet, het voorstel der commissie te ondersteun en en U in overweging te geven dit goed te „keuren." De vo'or zittieir zegt, dat, aangezien de werkzaamheden spoedig zullen moeten aanvangen, burgemeester en wethou ders bereids hunne meening over de zaak hebben doen kan- nein en vraagt, of de raad zich met het voorstel kan vereeni gen. Die heer JACOBY zegt, dat hij zich volkomen met het Voor stel kan vereanigen, doch wenschte wel te vernemen, of in de uitbreiding geene aanleiding bestaat om eene hoogeire subsidie van f 100,aan te vragen. De voorzitter antwoordt hierop, dat de subsidie var band houdt met het aantal leerlingen. Zonder verdere bedanking wordt alsnu het voorstel van burgemeester en wethouders goedgekeurd. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoe ming eeinier tweede onderwijzeres in de nuttige handwerken voor meisjes aan de tusschenschool aan de Nieuwehuizien. Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goedge keurd en worden burgemeester en wethouders tevens gemachtigd tot het doen eener oproeping van sollici tanten. maar voormelde betrekking. 6. Suppletoir-kohier van aanwezige beerputten in den open baren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2, sub D van die verordening op die heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 124