13 Juni 1903.
129
voor het tijdvak van 3 Juli 1903 tot en met 2 Juli 1913.
Zijnde hiervan aanne-eimster geworden de Maias-
trichtsche brandverzekering-maatschappij, gevestigd
te Maastricht, tegen eene jaarpremie van f823,804-.
Al deze inededeelingen worden voor kennisgeving
aangenomen.
2. Door den heer REIGERSMAN wordt namens de
oomimiisisie, heiast geweest met het onderzoek der reke
ning van het gesticht voor R. K. Oude Vrouwen over het
dienstjaar 1902, gerapporteerd, dat zij die rekening heelt
nagezien en in orde bevonden. Alleen meent de commissie
erop te moeten wijzen, dlat uit de bijlagen niet blijkt, dat
het batig saldo van het vorig dienstjaar, zooals dit in de
rekening voorkomt, overeenstemt met de laatst goeidgekebi-
de rekening. Behoudens deze opmerking stelt de commissie
voor de onderwerpelijke rekening goed te keuren.
De voorzatte r stelt voor, overeenkomstig de conclu
sie van het rapport, de onderwerpelijke rekening goed te
keuren en het college van regenten met de gemaakte bemer
king in keninis te stellen.
De heer ROMBOUTS meent, dat aan de geidane opmer
king kan worden tegemoet gekomen door bij de goedkeu
ring der rekening tevens het batig slot vast te stellen.
Zonder verdere bedenking wordt als nu de onderwer
pelijke rekening goedgekeurd/bedragende in ontvangst
f 25882,56 en in uitgaaf f 8606,54, sluitende alzoo met
een batig saldo van f 17276,02.
De heer BLOEMARTS, lid van het college van regenten
Van het Oude-Vrouwenhuis, wensdhit geacht te worden niet
tot dit besluit te hebben medegewerkt.
3. Door den iheer VAN MIERLO wordt namens de com
missie, belast geweeist-met het onderzoek der rekening van
het Oude-Mannenhuis, over het dienstjaar 1902, gerappor
teerd, dat zij die rekening beleft, nagezien- en. in orde- bevon
den, weshalve wordt voorgesteld gemelde rekening goed
te keuren.