12 17 Januari 1903. dat de koopers, zoio voor zich als hunne rechtverkrijgen den, zicih verbinlden up dien gekocht en grond geene wonin gen te bouwen, noch 'bergplaatsen van lompen, beenderen of andere voor de gezondheid schadelijke stoffen op te richten 'dat, wanneer de koiopers of hunne rechtverkrijgenden aan gemelde voorwaarden niet mochten voldoen, zij, ma op hun ne kosten in gebreke te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete zullen verbeuren van een gulden ten behoeve der gemeente dat de betaling der koopsom zal geschieden bij de ond'er- teetoening der 'koopakte ten kantore en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger dat de kosten van zegels, leges, registratie, overschrijving in de openbare registers en alle andere, op deze overeen komst vallende, ten laste zijn van de koopers. 13. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 13 Januari 1903, n<>. 33, daarbij, naar aanleiding van een brief van den minister van binnenlandsche zaken^ hou dende bemerkingen op de ingezonden verordening, regelen de de jaarwedden van directeur en leeraren der hoogere burgerschool en burgeravondschool alhier, en onder over legging van het ter zake ingewonnen advies van de com missie van toezicht op het middelbaar onderwijs, voorstel lende zich te vereenigen niet de in dat advies ontwikkelde gronden tot tegemoetkoming aan de bedenkingen van den minister, en de verordening dienovereenkomstig te wijzi gen, met dien verstande echter, dat de toevoeging aan art. 2 der verordening van de woorden „gehoord den inspec teur" minder noodzakelijk is, omdat het toekennen van verhoogingen, krachtens de verordening, veilig aan de pru dentie van burgeimieiester en wethouders en de betrokken commissie kan w'orden overgelaten. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voor stel van burgemeester en wethouders kan vereenigien. Niemand der leden daartegen «enige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 12