4 Juli 1903.
3. Adres van Jos. Verbuigen, zich noemende president
van de vereemigimg vain timmerlieden- en metselaars-pa
troon® „de Nijverheid", gevestigd1 te Breda, d.d. 16 Juni
1903, daarbij verzoekende, bij het gunnen van werkzaam
heden, te willlen letten op de belangen van werkbazen en
aannemers, binnen de gemeente woonachtig.
De voorzitter deelit mede, dat de steigerpalen voor
de restauratie van heit stadhuis en de boterbal, waarop
adressant in zijn adres doeiit, zijn gehuurd van den heer
Bakkeren te Prinsenhage, omdat volgens verklaring van
den g (9 ri eer. t e - ar ch i t eet, de aannemers hier ter stede niet
in het bezit zijn van zoodanig steigerweik, als voor die res
tauratie benoodigd was. Overigens worden de belangen van
de aannemers en werkbazen hier ter stede steeds in het oog
gebonden, weshalve spreker voorstelt het adres voor ken
nisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. Adreis van H. H. Siimions bandloJende onder de firma
G-ébrs. Simons te Breda, d.d. 23 Juni 1903, verzoekend© aan
ham in koop te willlen afstaan tegen nader overeen te komen
prijs het quantum kootteer 180 000 kilogram, geborgen
in de te sloop en gasihoudersfcuip aan de gasfabriek, zijnide
hot gedeelte van de productie 1 Juli 189930 Juni 1900.
De voorzitter geeft in overweging dit adres om prae-
adivies te vei zenden naarburgemeester en wethouders en
de commissie vian bijstand in het beheer der gasbriek en
waterleiding.
De heer INGENHQUSZ ontraadt dit voorstel. Adressant
vraagt in koop het teer, geproduceerd tusscihen 1 Juli 1899
en 30 Juni '1900, en daarom vermeent sprefcei, dat het beter
is, het verzoek a.f te wijzen. Wordt het adres gerenvoyeerd
naar de commissie, dan zaïl zeer waarschijnlijk eveneens
een afwijzend advies volgen, doch dan zal dit advies eenigs-
zins gemotiveerd moeiten zijn. Dit kan schade toebrengen
aan de aanhangige procedure, weshalve sprekeir voorstelt
op het verzoek afwijzend te beschikken,