4 Juli 1903. 139 De hee.r ROMBOUTS betoogt, dat hét moeielijk is vooraf te zeggen, wait de uitslag- zal zijn. Te Tilburg werd onlangs eene 3i% leening uitgeschreven van ƒ50000,— en daarbij werd ingeschreven voor een totaal-bedrag van f 164500,— Gegumd weird tegen koersen, va rië>e remde van 97 tot 100%. De gemiddelde koers was 98,21%. Spreker gelooft wel, dat Breda even credietwaardftg is als Tilburg en ziet daarom niet in, waarom Breda niet evengoed eene leening van 3J% zou kunnen aangaan. De heer SASSEN dloet opmerken, dat het voorbeeld van Tilburg geen afdoend bewijs is. Die leening is in kleine pos ten geplaatst, hoofdzakelijk in Tilburg zelf. Zij liep boven dien slechts over een bedrag van f50000,---, terwijl het hier eene leening van 2 toil 1) oir eft. Aan dat argument mag dus niet al te veel waarde worden gehecht. Ook de andore voor waarde, wiait betreft de conversie, wensciht spreker in het leemingsplan te zien opgenomen. Die heer VAN DAM zoigt, dat, wanneer de zaak geen spoed vereischit, er geen bezwaar kan bestaan, om het voorstel aan te houden. Im zooverre wil spreker het voorstel van den heer Sassen wel steunen. De heeir STAAL ziet er gelen bezwaar in, om met d.e voor gestelde 3è% leening door te gaan. Mislukt deze, dan kan nog eene 4% leening worden uitgeschreven. De lieer SASSEN betwijfelt, of dit wel in bet voordeel d'er gemeente zou zijn. De heier VERSCHRAAGE meent, dat wel kan gewacht worden, totidiat de leeningen, waarvan door den heer SAS SEN gesproken is, zijn afge'loopen en de resultaten daarvan bekend zijn. Spreker vraagt tevens, welke bepalingen door dlie gemeenten gemaakt zijn ten opzichte van de conversie.. De voorzitter zcigt, dat die leeningen, naar hij meent, reed's geplaatst zijn. De heer SASSEN zegt, dat die inschrijving voor de leening te Zutphen nog niet is afgeloopen. Bepaald is verder, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 139