142
4 Juli 1903.
„Wij hebben derhalve de eer U in overweging te geven,
„afwijzend ipp heit adres te beschikken."
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
De heer BLOEMARTS zegt, dla.it hij zich niet met het prae-
advies vereenigen kan. Het staat vast, diat een deel van de^
netto-opbrengst heeft gestrekt voor armenzorg (kindervoe
ding:) en het overige ten bate van de ondersteuningskas dier
vereeniginig.
Dat fonds heeft een liefdadig doel, en of de vereeniginig,
onder welker protectoraat dit fonds staat, ook nog een ander
doel nastreeft, doet niets ter zake,, evenmin, dat de onkosten
hoog geweest zijn. Als het saldo maarniet komt in den zak
van den ven to oner.
De heer RO'MlBOUTS verzoekt voorlezing van het prae-
advies, waaraan gevolg gegeven wordt.
De heier VAN DAM acht het adtviies volkomen juist. Men
zou anders, door het geven van een kleinigheid aan de eene
of andere Mefdladige instelling, heel gemakkelijk de belas
ting kunnen ontduiken.
Het directie optirden van de toonieelvereemflgiing haid ten
doel, om de eigen kas te steunen.
De heer INOENHOUSZ is het niet eens met den heer
Bloeanarts. Spreker meent, dat de ratio van de bepaling
in de betrekkelijke beiastingverordening, waar van liefda
dlige doeleinden sprake is, beoogt, het geven van voorstel
lingen ten bate van derden.
Hier is de vereeniging opgetreden voor zich zelve en om
d'e eigen klas te stijven. Of die kas moet dienen, om den
onderwijzers later te steunen, acht spreker van geen be-
teekenis. Spreker beschouwt die kas ais eene soort van ver
zekering, evenals dit het geval is met ziekenfiondsein1,
welke door tal van vereenigingen in het belang harer leden
worden gevormd en onderhouden.
De .hieieir BLOEMARTS, repliceere.nde, wijst erop, dat die
bewening, als zou do ondersteuningskas uitsluitend voor
de leiden der vereeniging strekken, ge/heel onjuist is. Die
kas is gevormd om te voorkomen, dat onderwijzers of hunne