180 8 Augustus 1003. Meit deze emikele aanvrage wordt het gebeelie systeem verbroken, hetgeen spreker miet gewenscbt voorkomt. De beer INGEiNHOUSZ vereenigt zich met het voorstel van den heer Riqijriibouts, om de aanvrage terug te zenden naar burgemeester en wethouders en ds commissie teir nadere regeling van de voorwaarden. Spreker doet dit te meer, na gehoord te hebben, hetgeen door dear heer Sassen zoo even is medegedeeld. Allereerst deed de heer Sassen uitkomen, dat er eenie coalitie van grensbewoners bestond om geen gias te nemen, nit vrees daardoor de annexatie in de hand te werken en later werd door hem betoogd, dat meerdere aanvragen wel vanzelf zouden volgen. Dat- is eeir.ie contradictie en eenre reden te meier, om zoo voorzichtig mo gelijk te zijn. Aan de welwtillemidibeM van den raad om het Rijik ter witte te zijn, is het te danken, dat de maréchaius- seeikaizeriire hiare aansluiting krijgt, doch uit die Vlugge be- bumidoil'irg 'dier zaak is eer/e wijze les te puiten, om voor de toekomst op zijne hoedie te zijn. De heer SASSEN vreest, dat terugzending van het ver zoek slechts overbodig werk zal zijn. De1 tegenspraak, waar op de heer IngenHousz doelt, acht spreker niet van over wegenden aard. Het moge waar zijn, dat vrees voor annexa tie sommigen terughoudt, doch even waar ds het, dat velen zitten te wachten op aansluiting en dat feitelijk nie mand de eerste aanvrager wil zijn. Wat nu betreft de opmerking van den heer Van Hal, meent spreker te moeten constateer en, dat tot volstrekt niet iiin zijne bedoeling ligt, de commissie op ©enigerlei wijize onaangenaam tie zijn. In de commissie-vergaderingen heerseht een gloeide geest, doch de kwestie is. daar nooiit zoodanlig op den voorgrond getreden, als thans bet geval is. Niemand der leiden over dit onderwerp niog hiet woord verlang einde, wordt het voorstel van den heer R'OMBOUTS zonder hoofdelijke stemming aangeno men'. 6. Rrae-adwiies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van A. Bdermanis, in koop verzoekende een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 180