184
8 Augustus 1003.
„Dat het v-oor de scheepvaart een voordeel is, dat van
„en naar Tilburg eene schutting minder wondt gemaalkt,
„valit ©iet te ontkennen
„Maar dit voordeel wondt nu verkregen ten laste van
„de scheepvaart tiuisechen Breda e:n, beneden de O aster hou t-
„siche haven gelegen riviier.
„Eindelijk zij opgemerkt, dat volgens het oorspronkelijk
„plan voor die vaart veeltijds geen schutting noodig was,
„omdat de sluizen nabij de. Mark en in de Ooisterhoutsche
„haven dikwijls open zonden kunnen staan, terwijl bij de
„voorgestelde wijizigihg op hetzelfde trajeict steeds twee
„schuttingen en belde do'or gekoppelde schutsluizen nioio-
„dig zijn.
„Het behoeft niet aan uwen raad in herinnering te
..worden gebracht, diat aanvankelijk de subsidie van f 100.000
„was afhankelijk gesteld van de voorwaarde „diat waa-
„neer het water in de rivier de Mark tot op 18 c.M. A.P.
„volgens de peilschaal aan de Tolbrug te Breda is gedaald,
„water langs bet kanaal moet' worden imgeizet buiten toos
ten der gemeente."
„In uiwe vergadering van 18 April 1901 werd ma breed-
„voerlge diiscusisdën besloten om het tot stand koanen vain
,,'t kaniaal te bevorderen, vooral In het beilang van eene
„verbeterde scheepvaart, de subsidie te verleenen zonder
„de genoemde voiorwaardiei te handhaven. De raad was van
„meicniing, dat vooral voorzichtigheid de regeering aan
leiding gaf, om de geistelde voorwaarde onaannemelijk te
„achten, maar dat toch de mogelijkheid van hetgeen bij
„de gestelde voorwaarde werd beoogd, nieit voor goed
„werd afgesneiden.
„Met het1 nieuw ontwerp evenwel kan, hetgeen de ge-
„meenite Breda wenlscht, nimmer worden veirkiregein en
„rijst de vraag, of onder deze omstandigheden eene bijdPa-
„ge va,n f 100.000,te verdedigen is.
„Te betreuren zoude het zijn, als op die vraag een
„ontkennend antwoord zou moeten volgen vandaar, dat
„uwe commissie van meening is, dat alsnog pogingen moe
iten worden aangewend bij de hooge regeering, oma aan
