17 Januari 1903. 19 Sprëkêr vindt de verlaging den eersten stap op een ge vaarlijken weg, welken hij niet wenscht te bewandelen. Het voorstel van burgemeester en wethouders, om afwij zend te beschikken op het onderwerpelijke adres, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 11 teigen 8 stemmen. Vóór stemden de hoeren VERSCHRAAGE, HEIJLAERTS, VAN DAM, JA COB Y, VISSERS, ROMBOUTS, VAN HAL, SCHELTUS, SASSEN, REIGERSMAN en de voorzitter. Tegen waren de hoeren INGENHOUSZ, SMITS, SLEGHT- RIEIM, STAAL, REES, LIJDSMAN, VAN MIERLO en TEY- CHIN 16. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op ide verschillende adressen, betrekkelijk het verlengen van trajmioomoessiën, en welk prae-advies in ex'temso is opgeno men in de raadsnoitulen van 13 December 1902. De voorzitter stelt deze zaak thans opnieuw aan de orde. De heer TEYCHINÉ zegt, dat hij deze zaak nauwkeurig heeft overwegen, in verband met de vraag, wat in het be lang is der gemeente. Er woirdt. gewezen op het fe.it, dat ook de concessie-De Bruijne niet langer is toegestaan dan tot 1913, doch wan neer deze concessionaris ook de betaling eener recognitie had aangeboden, zou de raad wellicht een ander besluit genomen hebben. De Ginnekensche tramwegmaatsdhappij biedt aan de be taling eener retributie en nu vordert het belang der ge meente op die aanbieding in te gaan. Spreker zou daarom in overweging willen geven de Gin- nekenselbe tramweglmaiatschappij te laten betalen eene jaar- li jksche recognitie van f 1000,hetgeen tot 1913 voor de gemeente reeds een voordeel zou geven van f 11 000,—. Wat bij niet-verlenging der tramconcessiën in 1913 zal gebeuren, is voorzeker nog een raadsel, doch spreker voor ziet, dat van eigen exploitatie wel niet veel zal komen. Wil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 19