200 1 September 1908 achtereenvolgens in handen van den voorzitter afge legd de eed van zuivering én de eed van trouw, voorgeschre ven bij art. 39 der gemeentewet. De voorzitter wenscht op de eerste plaats zijn oprech te gelukwenschen aan te bieden aan de zes aftredende leden met hunne herbenoeming tot lid van den gemeenteraad. Dit hernieuwde blijk van vertrouwen, door de kiezers in hen gesteld, doet spreker dubbel genoegen, omdat hij overtuigd is van den grooten ijver en de toewijding, waarmede de af tredenden steeds de belangen der gemeente behartigd hebben. Ook het nieuwe lid wenscht spreker van harte geluk met zijne benoeming tot lid van den gemeenteraad. Reeds ge- ruimen tijd Bredanaar zijnde, vertrouwt spreker, dat de heer Van Keppel gaarne zal willen medewerken, om de be langen van onze dierbare stad te bevorderen. Hierop nemen genoemde heeren zitting. 2. Benoeming van een wethouder, bij periodieke aftreding als raadslid van den heer A. P. Scheltus. De Voorzitter verzoekt den heeren Van Hal en Rom- bouts als stemopnemers te willen fungeeren. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 17 op den heer Scheltus, 1 op den heer Van Dam en 1 op den heer Van Mierlo, terwijl twee briefjes in blanco zijn ingeleverd. Zoodat opnieuw tot wethouder is benoemd de heer A. P. Scheltus. Op eene desbetreffende vraag des voorzitters, ver klaart de heer SCHELTUS zich bereid deze benoeming aan te nemen, onder dankzegging aan den raad voor het vertrou wen, in hem gesteld. De voorzitter wenscht den heer Scheltus geluk met deze herbenoeming en vertrouwt, dat hij met denzelfden on- vermoeiden ijver zijne krachten zal willen blijven wijden tot welzijn der gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 200