1 September 1903 203 ren en alzoo den heer Caland te helpen. In dat geval zou spreker daartegen geen bezwaar hebben. De heer TEfYCH'INE vraagt, welk belang de gemeente kan hebben bij de handhaving van het besluit. Thans moet de heer Caland voor beide betrekkingen in het rijkspensioen fonds bijdragen, zonder dat hij daarvoor eenige meerdere rechten geniet. Voor de gemeente kan wijziging van het be sluit geen enkel financieel nadeel opleveren. De heer ROMBOUTS meent, dat, wanneer aan het ver zoek zou worden tegemoet gekomen, de heer Caland in eene ongunstigere conditie zou geraken. In dat geval zou de uit betaling voor tijdelijke werkzaamheden slechts kunnen ge schieden tot het tijdstip, waarop de vacantie is aangevan gen en niet tot 1 September, zooals thans geschiedt. Sipreker stelt derhalve voor, op het adres afwijzend te beschikken. De heer SASSEN wensclit, met het oog op de geopperde bezwaren, het adres te verzenden naar het college van cu ratoren om bericht en advies. De heer JACOBY meent, dat de heer Van Dam met zich zelf in tegenspraak is, waar deze eerst beweert, dat het niet mogelijk is op liet besluit terug te komen, doch van den anderen kant een uitweg wil vinden, om aan het verzoek tegemoet te komen. Is het eerste niet mogelijk, dan is het ook overbodig, om het adres te verzenden naar het college van curatoren. Het voorstel van den heer Rombouts, tot afwijzende beschikking op het onderwerpelijke adres, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren BEIJLAEiRTS, INGEN-HOUS/, VAN DAM, SMITS, JACOBY, BLOEMARTS, VISSERS, VAN HAL, ROMBOUTS, SLECHTTRIEM, STAAL, VAN KEPPEL L1JDSMAN, VAN MIERLO, VAN DONGEN, REIGERSMAN, SCHELTUS en de voorzitter. Tegen waren de heeren TEYCL1INE, VERSCHRAAGE.en SASSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 203