1 September 1903 205 De voorzitter zegt, dat bij burgemeester en wethou ders tegen de inwilliging van dit verzoek geene bedenkingen bestaan en vraagt, of de raad zich hiermede kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten aan C. Jansen voornoemd voor den tijd van zes jaren, ingaande 10 October 1903, opnieuw onderhands 'e verhuren drie perceelen bouwland en dennenbosch, gelegen ter plaat se genaamd de Lage Heide" onder Oosterhout, kada straal bekend sectie I nos. 28, 197 en 198, tergezamen- lijke grootte van 1 hectare 64 aren, tegen een j aarlij k- schen huurprijs van f 15.en verder onder de be staande voorwaarden. 10. .Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 21 Augustus 1903, no. 1188, daarbij den raad aanbiedende het ontwerp van begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het dienstjaar 1904, vergezeld van eene memorie van toelichting. De voorzitter stelt voor, dat, evenals vorige jaren, de stukken worden gedrukt en de raad zich verdeeie in drie af- deelingen tot onderzoek dier begrooting. Daartoe besloten zijnde, wordt door ieder lid een nummer getrokken, waarna blijkt, dat de afdeelingen zullen zijn sa mengesteld als volgt Eerste afdeeling uit de heeren J. R. baron van Keppel, L. A. M van Mierlo, J. J. L. Teychiné, A. J. A. Verschraage, 3hr. mr. A. Reigersman. A. F. Smits, en E. H. A. Guljé, voorzitter. Tweede afdeeling uit de heeren W, G. H. Rcmbouts, L. J. Staal, mr. M. P. M. van Dam,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 205