1 September 1903
207
„gebracht en dat de laatstelijk door hem genoten wedde
1200,— 's jaars bedraagt.
„Op grond van het bepaalde bij art. 5 letter A, dernieu-
„we pensioen-verordening heeft hij alzoo aanspraak op
„invaliditeits-pensioen en wel volgens art. 9 letter b der
„oude verordening op 3/5 der wedde of belooning.
„Onder terugzending van de overgelegde stukken, hebben
„wij de eer Uwen raad voor te stellen aan den heer W. F.
,,L. Buschkens, met ingang van 1 Augustus 1903, een pen
sioen toe te kennen van 720,'s jaars, zijnde 3/5 van
1200,—."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel
kan vereenigen.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
12. Schrijven van het burgerlijk armbestuur alhier, d.d.
25 Augustus 1903, no. 48, daarbij machtiging verzoekende,
om in de begrooting van gemelde administratie voor het
loopende dienstjaar af te schrijven van
hoofdstuk IV, afd. I. art. 2 (Bedeeling in brood) f 50,'
IV, II, 1 (Kostgeld bestedelingen f 50,—
Samen f 100,
en over te schrijven op
hoofdstuk II, art. 1 (onderhoud gebouwen f 100,
Zonder bedenking wordt de gevraagde machtiging
verleend.
13. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Bra
bant d.d. 13 Augustus 1903, G. no. 15, houdende verdaging
der beslissing op het raadsbesluit van 25 Juli j.l. tot het aan
gaan eener geldleening van 200.000,—, onder opmerking,
dat de wijze, waarop de aflossing is geregeld overeenstemt
met die, waartegen is gericht de aanschrijving van 10 Juni
jl. G no. 110 (prov. bijblad 110. 110), en dat bezwaarlijk een
uitzondering kan worden gemaakt op een regel, die nog