208 1 September 1903 kortelings aan de gemeente besturen is kenbaar gemaakt een regel bovendien welke, blijkens de beslissingen der laat ste jaren, door de regeering als geldend wordt aangenomen. In verband hiermede stellen burgemeester en wethouders voor de betrekkelijke zinsnede, regelende de aflossing, te wijzigen als volgt „Te beginnen met het jaar 1904 heeft op 1 November jaar lijks eene aflossing van schuldbekentenissen a pari plaats „tot een bedrag van minstens ten honderd van het opge- nomen kapitaal." De voorzitter geeft in overweging aan de bedenking van gedeputeerde staten tegemoet te komen en vraagt of de raad zich met het voorstel van burgemeester en wethouders kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 14. Raipport van den inspecteur van politie alhier, betref fende het ingesteld onderzoek naar de wenschelijkheid van het uitvaardigen van een besluit, waarbij wordt verboden de Dieststraat in deze gemeente slechts van eene zijde te mogen inrijden. De heer JACOB Y wijst erop, dat van hem het verzoek is uitgegaan, om maatregelen te nemen in zake het berijden van smalle straten niet alleen van deDieststraat, maar ook nog van andere straten. Nu mogen enkelen, volgens het rapport, geen gevaar zien in den tegenwoordigen toestand, voor spreker is dat gevaar nog steeds te duchten. Verschil lende personen hebben hem verklaard, dat een ongeluk niet kan uitblijven, wanneer geene beperkende bepalingen wor den gesteld. Overigens kan spreker zich wel vereenigen met het denkbeeld, om ten behoeve van enkele bewoners, o.a. Kuselbos, eene uitzondering toe te staan. De heer HEIJLAERTS erkent, dat de bezwaren van den heer Kuselbos wel eenigen schijn van waarheid hebben, doch daaraan is tegemoet te komen door het verleenen van vergunning. Spreker meent, dat er te dien aanzien reeds een precedent bestaat in de Bouwerij straat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 208