1 September 1903 217 De heer ROMBOUTS zegt, dat hij geen enkel woord ge sproken heeft, over hetgeen door den heer Staal wordt be weerd. De heer HEIJLAERTS is het volkomen eens met de heeren Jacoby en IngenHousz. Wanneer een jongen aanleg bezit, moet hem de gelegenheid niet worden onthouden, om zich verder te bekwamen, alleen omdat hij het schoolgeld niet. kan betalen. De heer VAN HAL zegt, dat het advies van de commissie van toezicht hem getroffen heeft, waar deze een middelweg zoekt. Wil men consequent blijven, dan moet men voor of tegen de inwilliging van het verzoek stemmen, doch dat ver zoek niet gaan halveeren. Liever had spreker gezien, dat het particulier initiatief in deze zaak op den voorgrond ware getreden. Dan was in ieder geval het principe intact gebleven. De heer VISSERS wenscht, in aanmerking genomen het geen door den heer Van Hal in het midden is gebracht, het voorstel van de commissie uit te breiden en mitsdien ook de leermiddelen voor rekening der gemeente te laten. De heer INGENHOUSZ kan zich hiermede niet vereeni gen, omdat de raad dan verder zou gaan dan hetgeen adres sant in het request vraagt. De heer JACOBY is het hiermede niet eens. Adressant vraagt kostelooze opleiding en daaronder zijn noodwendig ook de leermiddelen begrepen. Evenmin als kostelooze ge neeskundige behandeling denkbaar is zonder gratis-bij leve ring van medicijnen, evenmin is kosteloos onderwijs denk baar zonder gratis verschaffing van leermiddelen, want zonder boeken is de opleiding niets. Daarbij komt nog, dat niet uit het oog mag worden verloren, dat ook de beta lende leerlingen in zeker opzicht subsidie van de gemeente ontvangen, want het onderwijs kost aan de gemeente veel meer, dan het schoolgeld voor iederen leerling bedraagt. De voorzitter zegt, dat allereerst in stemming zal wor den gebracht, of, overeenkomstig het advies van de commis sie .van toezicht, aan adressant al dan niet vrijstelling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 217