12 September 1903. 229 4. Adres van P. A. Balmakers te Breda, daarbij met in gang van 1 October 1903 eervol ontslag verzoekende uit zij ne betrekking van leeraar aan bet teekeninstituut alhier, met advies van de commissie van beheer van gemeld insti tuut. De voorzitter stelt voor, liet gevraagde ontslag met ingang van gemelden datum, o,p de meest eervolle wijze te vcrleenen, onder dankzegging voor de in die betrekking aan de gemeente bewezen diensten. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. Alsnu verzoekt de voorzitter, dat burgemeester en wet houders mogen worden gemachtigd tot het doen eener op roeping van sollicitanten, ter voorziening in de bierdoor ont stane vacature. Welke machtiging zonder bedenking verleend wordt. In verband met het ingekomen adres van P. A. Maassen en het daarop ingekomen prae-advies van de commissie van beheer van het stadsteekeninstituut, stelt de voorzitter voor ook bet door dezen gevraagd ontslag als leeraar aan gemeld instituut, met ingang van 1 October a. s. eervol te verleenen, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hierop stelt de voorzitter voor, naar aanleiding van een ingekomen schrijven van de commissie van beheer van bet stadsteekeninstituut en in verband met de uitbreiding der lokaliteiten, een nieuwen leeraar aan te stellen in de afdeeling „bouwteekenkunde", en als zoodanig te benoe men den assistent-onderwijzer J. Mol, op eene jaarwedde van 150.alsmede om, ter vervanging van den heer P. A. Maassen, tot leeraar te benoemen den assistent-onder- wijzer M. Harthoorn, eveneens op eene jaarwedde van f 150,-. Niemand der leden stemming verlangende, noch eenige bedenking tegen dit voorstel te kennen gevende, wordt besloten de heeren J. Mol en M. Harthoorn te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 229