232 12 September 1903. bekrachtigen, 't Is enkel een middel, om de vacature zoo spoedig mogelijk te kunnen aanvullen. De heer REIGERSMAN vindt er geen bezwaar in, om de benoeming over te laten aan burgemeester en wethouders onder nadere approbatie van den raad. De heer VAN :HAL doet uitkomen, dat de omschrijving op het cönvocatiebiljet volstrekt niet in strijd is met het voorstel. Het schrijven van den directeur der hoogere bur gerschool is posterieur aan het convocatiebiljet. Die brief is eerst later ingekomen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten den heer A. van de Water, doctorandus te Kerkdriel te benoemen tot leeraar in d;e Nederlandsche taal en letterkunde aan de hoogere burgerschool alhier, voor den tijd van drie maan den, of zooveel korter of langer als noodig blijkt, op eene belooning, berekend naar eene jaarwedde van f 2C00. voor 24 lesuren per week. Voorts worden burgemeester en wethouders gemachtigd, om, voor het geval de heer Van de Water de benoeming niet zou aannemen, in overleg met den inspecteur en de commissie van toezicht en onder nadere goedkeuring van den raadi, in de tijdelijke waarneming dier betrekking te voorzien. 7. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant, d.d. 3 September 1903, G. no. 7, houdende be zwaar tegen de toegekende subsidie in zake de viering van het 75-jarig bestaan der Koninklijke Militaire Academie, met verzoek, het desbetreffende besluit tot wijziging der gemeente-begrooting voor het loopende dienstjaar in na dere overweging te nemen en bij de mededeeling der beslis sing tevens in te zenden een uittreksel uit de notulen van de vergadering, waarin de zaak behandeld wordt, gelijk mede van de vergadering van 19. Augustus j.i. De voorzitter zegt, dat door burgemeester en wethou ders'bereids een antwoord is geconcipieerd, welk stuk. ter visie heeft gelegen en vraagt, of de raad zich met den in houd daarvan kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 232