236
12 September 1903.
in den aard der zaak, dat dit medegebruik tot een minimum
moet beperkt blijven. Daarbij komt nog, dat de Zuidertram
eenigszins een concurreerende maatschappij is met die,
welke thans concessie heeft aangevraagd. Het medegebruik
der lijn over een groot traject zou derhalve aanleiding
kunnen geven tot conflicten, ook met het oog op de dienst
regelingen. Daarbij komt nog, dat de gemeente over het
gedeelte in den Lagen weg niets te zeggen heeft.
De heer JiACDBY meent, dat de maatschappij, die de aan
vrage deed en met de situatie van de stad op de hoogte
dient te zijn, zich tevreden moet stellen met hetgeen be
schikbaar is. Die maatschappijen komen niet om de ge
meente een pleizier te doen, maar om geld te verdienen.
Om nu ter wille daarvan iets op te offeren, wat men gaarne
ziet, acht spreker niet gewenscht. Met opoffering van een
paar boomen zou de Frederikstraat ingereden kunnen wor
den en daarmede dient de maatschappij tevreden te zijn.
Anders moet zij met hare lijnen maar aan de grenzen der
gemeente blijven.
De heer VAN MIEtRLO meent, dat er nog een anderen
weg openstaat, dan het benoemen van technici. Burgemees
ter en wethouders zouden zich rechtstreeks kunnen wenden
tot den adressant, om van hem te weten te komen of er al
dan niet bezwaren bestaan tegen het inrijden in de Frede
rikstraat.
Eene andereen wellicht betere richting acht spreker door
de lEmmastraat, en op die wijze kan gemakkelijk verbin
ding verkregen worden met de lijn van de Zuid-Nederland-
sche Stoomtramwegmaatschappij. Spreker beveelt dit plan
ter overweging aan, om dan in eene volgende vergadering
daarover te beslissen nadat burgemeester en wethouders
vooraf over die zaak met den adressant zullen hebben ge
confereerd.
De heer SASSEN kan zich wel vercenigen met het voorstel
van burgemeester en wethouders, wat betreft de richting
op het Stationsplein, doch meent dat ook het voorstel van
den heer Van Keppel ernstige overweging verdient. Daar
door wordt het bezwaar weggenomen, dat er in de Teterin-