12 September 1903. 237 genstraat twee tramlijnen zullen gelegd worden, terwijl verder een gedeelte van de stad bevrijd blijft van een sioomtram. De heer VERSCHRAAGE meent te moeten protesteeren tegen de uitdrukking van den heer Jacoby. Van zoo iemand, die meermalen blijken gaf een helder doorzicht in gemeen tezaken te hebben, had spreker dan ook een betere motivee ring verwacht. De heer Jacoby doet het voorkomen, alsof het belang der gemeente bij d.eze tramverbinding niet be trokken ware. Die meening is onjuist. De totstandkoming clezer lijn is voor de gemeente van zeer groot belang. De heer JACOBY antwoordt hierop, dat hij in principe niet is tegen de opoffering van een paar bloemperken, wan neer de maatschappij maar retributie betaalde. Waar dit niet het geval is, moet ze zich maar met wat minder tevre den stellen. De tramwegmaatschappijen eischen maar alles, wat ze krijgen kunnen, zonder daarvoor één cent te betalen. De heer VERSCiHRAAGE-doet nog opmerken, dat er naar gestreefd moet worden, om alle groote ondernemingen van dien aard in Breda te krijgen. Dat bevordert het vreemde lingenverkeer en kan niet anders strekken dan in het be lang der gemeente. De heer VAN HAL wijst erop, dat de aanvrager met zijne tramlijn begrijpelijkerwijs gaarne aan het station wil ko men. Er is haast geen ander eindpunt denkbaar. Spreker betoogt verder, dat hij een liefhebber is van bloemen, doch hij meent, dat men den heer Waals een dienst zal bewijzen, wanneer besloten wordt, die bloemperken aan het station op te ruimen, vooral als men nagaat, op welke jammerlijke wijze die perken dikwijls door honden vernield worden. Ook bij festiviteiten en buitengewone drukte aan het station blijken die perken dikwijls zeer hinderlijk te zijn. Overi gens meent spreker, dat het aangename moet plaats maken voor het nuttige. Met uitzondering van 's-Hertogenbosch, waar het Stationsplein een groote oppervlakte heeft, wor den op andere voorname plaatsen in Nederland geen bloem perken bij het station aangetroffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 237