12 September 1903. 239 De heer ROMBOUTS antwoordt hierop, dat steeds op den voorgrond lieeft gestaan, om zoo weinig mogelijk ge bruik te maken van de lijnen der Zuidertram. Ook met de bocht in de Terheij denstraat dient rekening gehouden te worden. De heer BLO'EiMARTS verklaart zich pertinent tegen het plan van den heer Van Mierlo, met het oog op de gevaren, die verbonden zijn aan de kruising van de Willemstraat. De heer VAN MIERLO is tegen het berijden van elkanders sporen door de verschillende tramwegmaatschappijen. Dit kan de diensten in de war brengen. Spreker betwijfelt ook of er aan het station wel voldoende ruimte zal zijn voor zooveel verschillende lijnen, want er moet ook rekening gehouden worden met het verkeer van rijtuigen. De voorzitter geeft alsnu zijn voornemen te kennen, om het voorstel van burgemeester en wethouders gedeelte lijk in stemming te brengen, wat betreft de richting Ter heij denstraat, Stationsweg en Stationsplein. Er kan dan onderzocht worden, in hoever het wenschelijk is de rich ting te nemen door de Ceresstraat, om daarover later te beslissen. Verschillende leden opperen bezwaar tegen deze gedeel telijke behandeling. De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat zijn voorstel reeds eenigermtae prejudiciëert aan dal van burgemeester en wet houders. Daarom geeft spreker in overweging het voorstel aan te houden tot eene volgende vergadering. Er kan dan onderzocht worden, in hoever het door hem aangegeven denkbeeld voor uitvoering vatbaar is. Het voorstel van den heer VAN KEPPEL, om de verdere behandeling dezer zaak aan te houden tot eene volgende vergadering, wordt alsnu in stemming gebracht en aange nomen met 17 tegen 4 stemmen. Vóór stemden de heeren BLOEMARTS, SLECIITRIEM, STAAL, VAN KEPPEL, SASSEN, LIJDSMAN, VAN MIER LO, SCHELTUS, VAN DONGEN, REIGERSMAN, VER-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 239