24.fi 12 September 1903. De voorzitter antwoordt hierop, dat hij hier geene belofte te doen heeft. Bij de aanvaarding van zijn ambt als burgemeester heeft hij den daaraan verbonden eed afge legd en dien behoeft hij thans niet te herhalen. De wet om schrijft zijn plicht en in het volbrengen daarvan is hij niet te kort geschoten. De heer VISSERS wijst erop, dat is gehandeld in strijd met eene verleende vergunning. Dit geeft hem geen hoogen dunk van het best.uur van den Katholiekendag. De Katholiekendag is niet aan de orde, zegt de voorzit ter. De heer VAN DAM zegt, dat het bestuur van den Katho liekendag zeer correct heeft gehandeld. Er is vergunning gevraagd tot het begeleiden van den stoet met muziek naai de kerk. Daar is de stoet ontbonden. Na afloop der plech tigheid in de kerk gingen de deelnemers naar hunne ver schillende vergaderlokalen. Wat toen is gebeurd, geschiedde geheel buiten het bestuur van den Katholiekendag om. Dc aanmerking van den heer Vissers noemt spreker derhalve zeer ongepast. Verder wordt deze zaak niet besproken. 4. De heer VAN DAM, hierop het woord gevraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat binnenkort de verkie zingen plaats hebben van de commissie, in verband met de aanhangige grensuitbreiding. Spreker wenscht wel te we ten, welke de financiëele gevolgen der grensuitbreiding zul len zijn. Tot dusver tast iedereen in den blinde. Ook de burgerij ziet reikhalzend uit naar eenige officiëele gegevens, 't Is in het belang van de zaak, want daardoor zouden wel licht velen tot een ander inzicht kunnen komen. De voorzitter antwoordt hierop, dat zal worden ge tracht zoo spoedig mogelijk die gegevens te verstrekken. De heer VAN DAM dankt voor de gedane toezegging. De voorzitter sluit hierop de vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 246