24 17 Januari 1903. Vóór steimden de 'heer en VERSCHRAAGE, HEIJLAERTS, INGENHOU SZ, VAN DAM, SMITS, JACOBY, VISSERS, ROMBOUTS, VAN HAL, SCHELTUS, SLECHTRIEM, .STAAL, REES, SASSEN, LIJDSMAN, VAN MIERLO en de voorzitter. Tegen waren de be er en REIGERSMAN en TEYCHINE. 17. Adres van J. A. Snijder te Breda, daarbij verzoekende toe rte stemimen in den afkoop eener geld.ren.te, groot 1,04, ten behoeve der .gemeente gevestigd op zijne woning aan 'het Kloosterplein n°. 1, kadastraal bekend sectie B, no. 5259. De voorzitter geefit in overweging dezen afkoop toe te staan tegen den penning XX. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 18. Nader adres van J. A. Mol-Mies te Breda, aannemer van de werken van uitbreiding der gasfabriek, verzoekende teruggaaf van opgelegde boete, met toelichtend schrijven van burgemeester en wethouders, en welk punt in de vorige vergadering was aangehouden. De heer JACOBY meent, dat het adres in de vorige verga dering is aangehouden, ten einde alsnog nadere inlichtingen te verkrijgen. Spreker vraagt of die inlic'htingem ook zijn verstrekt geworden. De voorzitter antwoordt hierop, dat door belangheb bende een aantal brieven zijn overgelegd, welke op de zaak betrekking hebben. De heer TEYGHINÉ zegt, dat, ofschoon hij zich in da vorige vergadering verklaard heeft tegen de inwilliging van het verzoek, ihij thans, na inzage van de stukken, van ge voelen is veranderd en derhalve zal stemmen voor -het ver- leenen der teruggaaf. De heer SASSEN wijst erop, dat de overgelegde stukken duidelijk aantooinen, dat de vertraging in de oplevering heeft plaats gehad buiten de schuld van den aannemer. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 24