256 10 October 1903. ten de beslissing hieromtrent zullen hebben af te wach ten. Spreker stelt mitsdien voor het adres aan te houden. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 7. Benoeming van een leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde aan het gymnasium en de hoogere burger school in deze gemeente, waartoe, onder overlegging der adviezen van de inspecteurs der gymnasia en van het middelbaar onderwijs, door het college van curatoren van het gymnasium en door burgemeester en wethouders wor den aanbevolen de heeren 1». B. E. Bouwman te Zcilt-Bommel en 2°. D. J. A. Westerveld te Haarlem. De voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan en verzoekt den heeren Scheltus en Van Hal als stemopne- merste willen fungeeren. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 19 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer Bouwman. Zoodat de heer B. E. Bouwman te Zalt-Bommel is benoemd tot leeraar in de Hoogduitsche taal en let terkunde aan het gymnasium en de hoogere burger school alhier, op de aan die betrekkingen verbonden jaarwedden, overeenkomstig de verordeningen van 4 Juli 1903 en 15 November 1902, gewijzigd 17 Januari 1903, in te gaan met den dag zijner infunctietreding, geschiedende de benoeming tot leeraar aan het gym nasium onder voorbehoud van de goedkeuring des ministers en met bepaling verder, dat de benoemde zich gedragen zal naar de bestaande of later vast te stellen of te wijzigen verordeningen. 8. Schrijven van de commissie van beheer van het stads- teekeninstituut alhier, d.d. 5 October 19Q3, daarbij ter be noeming tot leeraar in het vakteekenen voor schilders aan gemeld instituut aanbevelende de volgende heeren, wier na men in alphabetische volgorde zijn geplaatst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 256