10 October 1903. 269 kregen hebbende, wijst erop, dat blijkens het supplement op het wetsontwerp tot grehsuitbreiding wqrdt voorgesteld het gedeelte der gemeenten Beteringen enPrinsenhagr dat tot Breda zal overgaan, te plaatsen in de 6de klasse volgens de wet op de personeele belasting, in welke klasse ook de gemeente Breda geplaatst is. Afgescheiden van deze zaak wenscht spreker echter de vraag te stellen, of het niet in het belang der gemeente ware, om te trachten Breda eene klasse hooger te doen plaatsen. Dit zou voor ieder belas tingschuldige, met inbegrip der provinciale en gemeente-op- centen, een voordeel opleveren van 1,59. Het is spreker niet bekend, of de nadeelen, welke hieruit voor de gemeente aan gemis van opcenten voortspruiten, op andere wijze kunnen gecompenseerd worden en daarom wenschte hij gaarne hier omtrent te gelegenertijd de zienswijze van burgemeester en wethouders te vernemen. De voorzitter antwoordt hierop, dat getracht zal wor den aan het verlangen van den vorigen spreker gevolg te geven. De voorzitter sluit hierop de vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 269