272 7 November 1903. van vijf suppletoire kohieren van de plaatselijke belasting op het gebruik van den openbaren gemeentegrond voor het dienstjaar 1903, bedragende te zamen f 2,50. De voorzitter stelt voor dit besluit voor kennisgeving aan te nemen en, voor zooveel noodig, ter uitvoering te ver zenden naar burgemeester en wethouders. Waartoe besloten wordt. 2. Schrijven van den heer jhr. mr. A. Reigersman alhier, ontslag verzoekende uit zijne betrekking van lid der com missie van beheer van het stadsteekeninstituut. welk schrij ven luidt als volgt Breda, den 12. October 1903. ,,Aan den raad der gemeente Breda. „EdelAclitbare Heeren ,,Daar het den Raad heeft behaagd, ter voorziening in ,,de vacature van leeraar in het vak- of decoratieschilderen „aan het stadsteekeninstituut alhier, in stede van een vak- ,,of decoratieschilder, te benoemen een kunstschilder, waar- ,,aan gemeld instituut geen behoefte heeft, zoo acht ik daar „mede het waarachtig belang van die school geschaad en „de goede bedoelingen van hen, die daarvoor een lans bra- „ken, miskend tengevolge waarvan mij thans de moed en „de lust ontbreken, om mij verder aan de belangen van die „schoone en nuttige inrichting te wijden, gelijk mij door „Uwen Raad was opgedragen en zie ik mij tot mijn leed- wezen genoodzaakt UEdelAchtb. kennis te geven, dat ik „het mandaat als lid der commissie van beheer van het „stadsteekeninstituut alhier bij deze nederleg. „Met de meeste hoogachting, ,,Uw Ede'lAchtb. ö.w. dr., „(geteekend) A. REIGERSMAN." De voorzitter stelt voor het ontslag op de meest eer volle wijze te verleenen, onder dankzegging voor de in die betrekking aan de gemeente bewezen diensten. De heer REIGERSMAN verzoekt, dat de brief, waarbij hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 272