7 November 1903. 273 ontslag genomen heeft, in extenso worde opgenomen in de raadsnotulen. De voorzitter zegt, dat daartegen geen bezwaar be staat en derhalve aan dat verzoek zal worden gevolg gegeven. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen komstig het voorstel des voorzitters. 3. Adres van het bestuur der af deeling Breda" van de Noord-Brabantsche maatschappij van landbouw, d.d. 15 October 1903, daarbij verzoekende ten behoeve van den landbouwwintercursus voor hét leerjaar 1903/1904, wederom, evenals vorige jaren, lokalen met verwarming en verlich ting te willen beschikbaar stellen in het schoolgebouw aan de Boschstraat. De voorzitter zegt, dat tegen de inwilliging van dit verzoek geen bezwaar bestaat en stelt voor om, in navol ging van vorige jaren en onder dezelfde voorwaarden, cl lokalen van de openbare tusschenschool aan de Boschstraat voor het beoogde doel beschikbaar te stellen. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 4. Suppletoir-kohier van aanwezige spoorstaven in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub E van de verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij konink lijk besluit van 30 December 1902, no. 61. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastgesteld op een bedrag van f 2,12i 5. Ontwerp-besluit tot vaststelling van den rentestan daard in de bank van leening, luidende als volgt ,,De raad der gemeente Breda; „Overwegende, dat bij koninklijk besluit van 8 December ,,1899 no. 2 is bewilligd, dat te rekenen van 1 April 1900 „voor den tijd van drie jaren in de bank van leening alhier „van de pandgevers een intrest tegen twaalf ten honderd ,,'sjaars van alle panden gevorderd wordt en die tijd alzoo „op 1 April 1903 geëindigd is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 273