278 7 November 1903. bant, d.d. 15 en 16 October 1903, G, no. 99 en A, no. 15, met bijlagen, betrekkelijk het schaepv aartkanaal van de Zuid- Willlemsvaart naar den Arner met zijtak naar de Mark. Bij die stukken is gevoegd het volgend rapport van de commissie voor het scheepvaartkanaal alhier „De commissie voor het scheepvaartkanaal, kennis ge- nomen hebbende van de missiven van heeren gedepu teerde staten vnn Noord Brabant, d.d. 15 en 16 October 1903, „G, no. 99 en A, no. 15, 1ste afdeeling, met het gewijzigde „plan voor wat betreft den zijtak van Breda naar Ooster- ,.hout, vervat in de missive van den heer minister van waterstaat, handel en nijverheid, d.d. 13 October 1903, la. ,,D, afdeeling waterstaat, heeft de oer uw college te berich ten, dat, zij zich met dat gewijzigde plan kan vereenigen, „met verzoek, behoudens nadere goedkeuring van den ge- „meenteraad, dat plan bij de regeering te steunen. „Zij veroorlooft zich tevens de vrijheid de regeering in „overweging te geven om in de rivier „de Mark" j;e doen „plaatsen een stuw, ten einde, zonder te kort te doen aan „de belangen Van de scheepvaart, tegemoet te komen aan „den wenscli der gemeente Breda, met het oog op de volks „gezondheid, om ter gelegener tijd voor die gemeente water „te kunnen loozen of inzetten. „De commissie voornoemd, „(geteekend) M. YAN DAM, rapp m De voorzitter zegt, dat door gedeputeerde staten was verzocht, binnen drie dagen op hun schrijven te antwoorden en dat burgemeester en wethouders dientengevolge hebben gehandeld in den geest, zooals door de commissie voor het sciheepvaartkanaal is aangegeven. Spreker vraagt, of ook de raad zich met die zienswijze kan vereenigen. De heer VAN DAM geeft in overweging de zaak aan te houden tot eene volgende vergadering, in afwachting van de beslissing van de provinciale staten. Spreker deelt mede, dat eene commissie uit gedeputeerde staten dezer dagen eene conferentie zal hebben met den minister van water staat, handel en nijverheid en dat in verband daarmede het onderwerp opnieuw aan de orde zal komen in de statenzit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 278