5 December 1903. 293 Een meter van eene grootere doorgangswijdte dan 20 m.M. wijst op een grooter verbruik de verbruiker krijgt dan kans op de prijsverlaging, bedoeld bij art. 15, tweede alinea. In ide overweging van het bovenstaande is de aanleiding gelegen van, ons volgend voorstel. A. Te lezen art. 17 als volgt WATERMETERS. Deze moeten van de gemeente in huur worden genomen. De huur bedraagt per drie maanden voor een meter met een«e doorgangsw. tot 15 m.M. 0,70 33 33 33 33 20 1, 33 3 3 J' 33 33 3 3 30 2, 3 3 3 3 J9 33 vri1 40 3, 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3, 3 3 30 '8, 33 3 3 33 33 33 100 ƒ15, en voor grootere afmetingen naar evenredigheid, met dien verstande, dat de eenige of eerste meter in elk perceel, kos teloos wordt in gebruik gegeven, mits de doorgangswijdte van den meter niet grooter is dan 20 m.M. De doorgangswijdte enz, (als vroeger). B. te bepalen, dat d(it gewijzigd artikel in werking treedt 1 Januari 1904. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer VAN MIERLO zegt., dlat hij zich met het voorstel wel kan vereenigen. Bij het nalezei van de voorwaarden voor waterverstrek king heeft hot echter zijne aandacht getrokken, dat geene huur verschuldigd is voor den eersten of eenigen watermeter. Weliswaar zijn die voorwaarden door den raad vastge steld, doch dat is reeds enkele jaren geleden. Inmiddels hebben vele nieuwe leden in den raad zitting genomen, en snreker betwijfelt het, of deze thans nog dezelfde opinie is toegedaan. De fmanciëele uitkomsten van de waterleiding zijn niet van dien aard, dat de gemeente die meterhuur ca deau moet geven. Er moet jaarlijks nog ƒ6000,a ƒ7000,— bij. Nu wordt wel beweerd, dat die bepaling is gemaakt om de aansluitingen te bevorderen, doch spreker gelooft niet,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 293