296 5 December 1903. De voorzitter zegt, dat er gevallen bestaan, dat bij een matig waterverbruik meters van groote afmetingen worden gevraagd. Dat dient om op een gegeven oogenblik plotseling groeten toevoer van water te hebben. Zulke meters kosten ƒ300,— a ƒ400,— per .stuk, zoodat kleine waterverbruikers de gemeente zoodoende op kosten kunnen jagen. De heer VER SGHR A AGE vraagt, of ide verbruiker niet zou kunnen vrijgesteld worden van meterhuur, wanneer hij bewijze^, kan na afloop van elk jaar een zeker quantum water te hebben verbruikt. Daardoor zou voorkomen wor den, dat kleine waterverbruikers dure en groote meters laten plaatsen. De voorzitter antwoordt hierop, dat deze zaak een punt van latere overweging zou kunnen uitmaken, De heer VAN HAL acht het volkomen billijk, dat voor de groote meters eenige huur gevorderd wordt. Men moet niet uit het oog verliezen, dat er ook reservemeters moeten zijn. Dat geeft een belangrijk renteverlies voor de gemeente. Niemand der leden stemming verlangende, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder verdere bedenking goedgekeurd. 12. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 16 November 1903 no. 1638, daarbij, onder overlegging van het rapport van den marktmeester, voorstellende afwij zend te beschikken op het adires van verschillende pach ters van staanplaatsen op de naj aarsmarkt, verzoekende aan hen restitutie te verleenen van de helft der door hen respectievelijk betaalde staangelden. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voor stel kan vereenigen. Niemand der ledien daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 13. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 23 November 1903 no. 1670, daarbij, onder overlegging van het rapport van den opzichter der beplantingen, voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 296