2
17 Januari 1903.
„is imij een genoegen hiervan te 'kunnen getuigen, dat het
„getal aansluitingen dn 1902 wederom met 110 is toegeno-
„rnen, hetgeen voorzeker slechts strekken kan tot bevorde-
„ring van den algemieenen gezondheidstoestand.
„Verschillende openbare werken werden het afgeloopen
„jaar uitgevoerd. Als zoodanig wensch ik slechts te noemen
„de verbetering van de Spoorstraat en de Leuvenaar,straat,
„de rioleer.ing van de Téteringenstraat, het houwen van een
„nieuwen paardenstal voor de paarden der gemeenie-reini-
ging en de restauratie van den voorgevel van het stadhuis.
„Op al die werken kunnen wij met genoegen terugzien,
„daar zij beantwoorden aan de gestelde verwachtingen.
„Ook met den aanbouw van nieuwe en het verbeteren van
„bestaande woningen werd gestadig voortgegaan. Er wer-
„den 30 nieuwe huizen gebouwd en 61 woningen werden
„verbeterd.
„In de hoop, dat dit jaar de gewenschte gr e rus v e ran de ring
„zal kunnen tot stand komen, wil ik eindig-en, terwijl ik
„de zaken der gemeente andermaal in uwe welwillende be
langstelling aanbeveel, om zoodoende den bloei en het
„welzijn van Breda te heilpen bevorderen."
De vergadering betuigt hare instemming met het door den
voorzitter gesprokene.
De heer HEIJLAERTS zegt ongeveer het volgende
„Mijnheer de voorzitter Als oudste lid van den raad, en
„voorzeker mede als tolk van de overige leden, wensch ik U
„alles toe, wat in uwe betrekking tot heü kan strekken
„en wat U in uw particulier leven sledhts genoegen kan
„doen. Ik hoop, dat de uitstekende verstandhouding, welke
„er tot dusver 'bestaan heeft tusschen den voorzitter en de
„leden, ook dit jaar niet minder moge zijn, en dat gij nog
„lang met hetzelfde succes als tot heden is ondervonden,
„zult mogen werkzaam zijn voor het welzijn van Breda."
De voorzitter deelt mede, dat ingekomen zijn berich
ten van de heeren Van Dongen en Bloemarts, dat zij ver
hinderd zijn deze vergadering bij te wonen, eerstgenoemde
wegens ongesteldheid en laatstgenoemde door onverwachte
omstandigheden.
