5 December 1903. 30i ten brengen bij wij'ze van protest en om te doen uitkomen, dat er geen aan'eirling bestaat, om den flnanciëelen toestand der gemeente zoo donker te kleuren als de heer Rombouts heeft gemeend dit te moeten doen. De heer SASSEN zegt, dat het niet in zijne bedoeling lag, om bij die behandeling der begrooting in algemeene beschouwingen te treden. Nu echter de heer Rombouts daar in is voorgegaan, acht spreker het wenschelijk eveneens op den algemeenen toestand te wijzen en dan komt het hem voor, dat die toestand alles behalve rooskleurig is. Dit blijkt vooral uit den schuldenlast der gemeente, welke thans 2 milnopn bedraagt. Men behoeft dit niet te verzwij gen dat mag gerust in het openbaar gezegd worden. Spreker geeft toe, dat de belastingen in den Haag hooger zijn, doch dit is niet het geval met Arnhem. Nijmegen en meer andere plaatsen. Er is leichter nog eene andere zaak, waarop spreker de aandacht wenscht te vestigen. De provincie beft 19 opcenten op het personeel, Zuid-Holland slechts 11 en Gelderland 9 opcenten. Ook de opcenten op de grondbelasting zijn in Noord-Brabanlt zeer hoog in vergelijking met andere provin ciën. Door in Noord-Rabant te wonen, betaalt men dus veel meer belasting dan elders. De schuldenlast van de geheele provincie bedraagt één millioen, die van Breda alleen twee millioen. Resumeeronde komt spreker derhalve tot het besluit, dat- het hoog lijd is, om de zuinigheid te betrachten en dat het de plicht is van burgemeester en wethouders daarop voort durend. de aandacht gevestigd te houden. De heer INGENHOUSZ heeft met genoegen de discussiën gevolgd en vindt het goeül, die zaak eens flink onder de oogen te zien, omdat velen niet weten hoe ons belasting stelsel in elkander zit. De hoofdelijke omslag moet dienst doen als boeman, ofschoon hij dat in werkelijkheid niet is. Spreker is tegen verhooging van de opcenten op het personeel, wanneer het eventueel tot belastingverhooging mocht komen. Toen enkele jaren geleden de opcenten op het perso-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 301