ANTWOORD. 312 5 December 1903. ART, 7, 122, Onderhoud, gemeentebeplantingen. In een der afdeelingen wemscht hlet moeren deel der leden den post a f 245 voor aanleg der vleugels van de brug aan de Nieuwe Boschstraat te doen vervallen. Naar gelang der hoog,e kosten is men met dit werk niet erg ingenomen, Volgn. 122. Naar het oordeel van burgemeester en wethouder geldt het. hier een quaestie van smaak. Zij voor zich houden zich overtuigd, dat de toestand er door zal verfraaid worden. Die heier VAN MIBRLO aagt, dat het vorig jaar voor dien aanleg van dergelijke perken ©ene som van f470,— werd toegestaan, omdat men zich van die beplanting heel wat voorstelde. Aan spreker is die beplanting echter erg tegen gevallen. Zij bestaat uit wat hulst en conifeeren, die spoe dig gerooid zullen moeten worden, omdat ze veel last heb ben van hoog water. Ook uit een aesthetisch oogpunt vol doen zij niet. Thans is op de begrooting weer een© som uit getrokken voor den aanleg eener dergelijke beplanting van de Bossche brug. Spreker noemt het eene vermorsing van planten en meent, dat die som heel goed kan bezuinigd worden. Er is straks heel wat gesproken over bezuiniging, doch tot dusver is hiervan nog niet gebleken. Spreker geeft derhalve in overweging den betrokken post van dte begroo ting te schrappen. Hierop wordt de onderwerpelijke post in stemming ge bracht, waarna met 14 hagen 7 stemmen besloten wordt, hem vaar de begroeting af te voeren. Vóór het behoud van den post stemden de heeren BLOEM- ARTS, VAN HAL, SCHELTUS, VAN DONGEN, VAN DAM, JACOBY en de voorzitter. Tegen waren die heeren VISSERS, SLECHTRIEM, VAN KEPPEL, iSASSEN, LIJiDSMAN, ROMBOUTS, REIGERS MAN, VERSCHRAAGE, INGENHOUSZ, HEIJLAERTS, SMITS, STAAL, VAN MTERLO en TEYCHINÉ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 312