19 December 1903. 333 huurwaarde van 75,en daar beneden bedraagt onge veer 700. „Op de tweedie plaats zal de belasting wegens huurwaarde „van alle perceel en met 1,in hoofdsom verminderen, en „eindelijk zai de belasting wegens haardsteden en mobilair „niet geheven worden, wanneer de huurwaarde van het „perceel nieit meer bedraagt dan ISO,—. Thans is düt cijfer „ƒ100,-. „Ook die aftrek voor kinderen wondt iets hooger, zoodat „perceelen, waarvoor thans die aftrek nieit meer wordt toe gestaan, bij eene rangschikking der gemeente in eene „hoogere klasse, wel in dat voorrecht zullen deelen. „Een feit is het alzoo, dat alle aanslagen in de gemeente, „de een iets meer, de ander wat minder, zullen dalen en „diat die vermindering ook zal strekken ten nadeele van de „gemeente bij de heffing van opcenten, op het personeel. „Eene juiste becijfering van dat nadeel is niet te maken, „doch volgens globale berekening zou de gemeente een ver- „lies lijden van ƒ2500, „Ook hiet aantal kiezers in de gemeente zal er door ver- minderen, welke vermindering geschat wordt op 400 „a 500. „Eenig aequivalent voor de gemeente, waardoor dat na- „deel kon worden gecompenseerd, bestaat niet. „Alleen dan, Wanneer aan de berekening volgens de wet „vaar 24 Mei 1897, waarbij de rijksvergoeiding per inwoner ,,is vastgesteld, terugwerkende kracht kon worden toege- „kenidl, zou de gemeente er eenig voordeel bij behalen. „Het 1S echter niet te verwachten, dlat de regeering voor „dit speciale geval bereid za) zijn een wetsvoorstel in voren- „staanden geest bij de 2e Kamer aanhangig te maken. „Intusschen zou het overweging verdienen, dat bij de be handeling van het aanhangige voorstel tot grensverande- „ring aan deze zaak de noodige aandacht werd gewijd." De heer 1ACOBY zegt, da,t de bewering van burgemeester ou wethouders, als zou het aantal kiezers er zoozeer door verminderen, nog niet geheet zeker is. In ieder geval blijkt uit de gegeven inlichtingen, dat de gemeentekas er wel eenig nadeel door lijden zal, doch dat de gemeentenaren er allen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 333