42 14 Februari 1903. Eene onderbreking In het midden van een cursus is ech ter van veel meer -belang, want de leeraren hebben bij den aanvang van het cursusjaar hunne taak omschreven en de voorgenomen leerstof moet verwerkt worden. Wordt die taak niet voleindigd, dan is dit zeer in het nadeel der leerlingen. Voor de P-hoeinixen zal dit minder schaden, doch wel voor de .middelmatigen en deze zijn het meest talrijk. Het komt spreker derhalve voor, dat, wan neer een leeraar op zekere conditiën is benoemd en die conditiën heeft aangenomen, deze ook moeten worden op gevolgd. Wanneer een leeraar sterft, is daar niets aan te doen. Dit zijn echter exceptionneele gevallen en, voor zoover spreker heeft kunnen nagaan, zijn sedert de oprichting der ho-ogere burgerschool alhier slechts twee sterfgevallen onder de leeraren voorgekomen. Spreker weet bij ondervinding, wat de ouders doormaken, wanneer hunne kinderen aan den vooravond staan van een of ander exa-nien. En wanneer zij dan nog moeten onder vinden, dat de lessen midden in het studiejaar worden on derbroken, dan is dit niet alleen teleurstellend, doch kan tegelijkertijd kostbaar zijn. Spreker zal derh-aive stemmen tegen het verzoek, want wat het zwaarste is, moet ook het zwaarste wegen. Het verzoek van den heer Kolkman, ter beikoming van eervol -ontslag als leeraar aan het gymnasium en de h-oogere burgerschool alhier, in te -gaan 15 April a.s., w-ordt -alsnu in stemming ge-bracht en met lü tegen 5 stemmen daarop gun stig beschikt. Vóór stemden de -heeren TEYCHINE, HEIJLAERTS, VAN DAM, SMITS, JACOiBY, STAAL, SASSEN, VAN MIERLO, REIGERSMAN en -de v o o r z i 11 e r. Tegen waren de heeren B-LOE-MARTS, ROM-BOUTS, SCHELTUS, SLECHTRIEM en LIJiDSMAN. De heer VISSER-S was bij deze stemming niét tegen woordig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 42