14 Febkuari 1903. 43 Voorts worden (burgemeester en wethouders gemachtigd, tot het doen eeneir oproeping, ter voorziening in de hierdoor ontstane vacature. 17. Nader prae-advies van burgemeester en wethouders op het schrijven van gedeputeerde staten dezer provincie, betrekkelijk de verordening, regelende het lierhalingsonder- wijs in deze gemeente, zijnde dat prae-advies van den vol genden inhoud ,,Naar aanleiding der missive van heeren gedeputeerde „staten dezer provincie van den 27. November 1902, G, no. ,,198, 2de afdeeling, 3e bureau, betrekkelijk de verordening „herhalingsonderwijs, in verband met het daarop, ingevolge „uw toesluit van den 13. December 1902, ingewonnen advies „van de commissie van toezicht op het lager onderwijs „alhier, hebben wij de eer U voor te .stellen „lo. Aan het verzoek, om de belooming als afzonderlijke „verordening in twreevoud ter goedkeuring in te zen- „den, gevolg te geven. ,,2o. De verordening regelende de jaarwedden der onder- wijzers en onderwijzeressen aan de openbare scho- „len voor lager onderwijs te wijzigen als volgt Artikel 1 sub d van gemelde verordening „wordt gelezen: „f 1475',voor de hoofden der scholen voor kosteloos lager onderwijs voor jongens en „meisjes." Artikel 3 te lezen „Aan de onderwijzers en onderwijzeressen „die het hoofd der school bijstaan, wordt „voor het geven van onderwijs in de vakken, genoemd onder 1, m, n en p van art. 2 der „wet op het lager onderwijs, jaarlijks toc- „gekendenz. „3°. De belooning voor het geven van herhalingsomder- „wijiS aan de openbare scholen in deze gemeente „vast te stellen „voor de hoofden van herhalingsscholen op f150, „per jaar en voor de overige onderwijzers op 0,75 „per lesuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 43