14 Februari 1903.
45
„voor pensioen. Die grondslag, aangenomen op
1625,voor de hoofden der scholen voor koste
loos onderwijs, moet dus weder gesplitst worden.
„Maar op welke wijze
„Het 3e lid van art. 13 der wet op de burgerlijke
„pensioenen is niet van toepassing verklaard op de
„pensioenen der onderwijzers, zoodat, bij splitsing
„der wedfde, voor het herhalingsonderwijs geen pen
sioen kan worden verkregen. Die weg, de meest
„rationeele, ligt dus voor belanghebbenden niet open.
„Intuésohen is (het billijk, zoo niet plichtmatig, dat
„den heeren De Bie en Van Roessel hun pensioen
„verzekerd blijft naar een grondslag van. ƒ1475,
„(vaste wedde) plus ƒ150,voor het herhalingson-
derwijs, naar welken grondslag zij reeds aan het
„rijk gestort hebben.
„En nu doet de commissie van toezicht op het la-
„iger onderwijs alhier, ten einde de bestaande möeie-
„lij'kheid uit den weg te ruimen, het volgende voor
stel, waarmede wij ons geheel vereenigen, name
lijk
4o. „om aan de heeren J. K. de Bie en A. J. van Boes-
„se?, hoofden der scholen voor kosteloos onderwijs
alhier tegen storting eener jaarlijksche bijdrage
„van twee ten honderd van eene som van honderd
vijftig gulden, overeenkomstig art. iO der wet op
„het lager onderwijs, het daarmede overeenkom-
„„stig pensioen te verzekeren uit de gemeentekas
„op het tijdstip dal zij het recht op pensioen vol-
,,gens de bepalingen der wet zullen hebben ver-
„kregen.""
De v o or z it t e r stelt dit punt aan de orde.
IDe heer SASSEN betoogt, dat de onderwerpelijke zaak
eene zeer lastige is, maar dat ihet voorstel van burgemeester
en wethouders zijine sympathie niet wegdraagt.
Wat toch is het geval? In Februari 1901 heeft de verorde
ning eene wijziging ondergaan ten gevolge van de overplaat
sing van het hoofd der school aan de Nieuwehuicen.