14 Februari 1Ö03.
het standpunt, waarop de lieer Sassen zich geplaatst heeft.
Aan de oirde is het maken eener verordening, die werken
moet voor de toekomst,- zoodat enkel dient te worden over
wogen de vraag, of die verordening in strijd is met de wet
en dat juist ontkent spreker. Hij acht die conform de letter
en den geest der wet. De quaestie, door den heer Sassen op
geworpen, komt eerst dan te pas, wanneer de hoofden der
kostelooze scholen in slechtere conditie zouden geraken.
Er is eenmaal eene fout begaan, doch dit kwam, omdat
toen rekening was gehouden met personen. In dit euvel moet
de raad niet opnieuw vervallen. Er behoort eene verorde
ning gemaakt te worden met terzijdestelling van alle per
soonlijke belangen:
Inmiddels acht spreker de zaak van zoo groot gewicht, dat
hij haai-, desnoods, in hoogste instantie wil uitgemaakt zien.
De heer HEIJLAERTS kan niet medegaan met het idéé
van den heer Rombouts. Spreker heeft de benoemingsakte
nagegaan van het hoofd der school aan de Middellaan.
Daarin is sprake van eene vaste wedde en zijn tevens eenige
voorwaarden gesteld, die hij te vervullen heeft. Nu komt
de wet en zegtBoven en behalve de vaste wedde, genieten
de onderwijzers eene afzonderlijke belooning voor het geven
van herhalingsonderwij s.
Wel heeft de raad na dien tijd aan deze wetsbepaling wil
len tegemoet komen, door in de verordening te bepalen, dat
de belooning voor het geven van herhalingsonderwijs in de
vaste wedde is begrepen, doch daardoor wordt het eigenlijke
traktement verminderd.
Spreker acht de quaestie van veel gewicht en zou wen-
schen, dat burgemeester en wethouders hierover een nader
prae-advie,s uitbrachten.
De voorzitter zegt, dat de hoofden der scholen voor
kosteloos onderwijs, die tevens het (herhalingsonderwijs ge
ven, kort geleden, op eene klacht van den heer De Bie, in
bezoldiging zijn gelijk gesteld met de hoofden der tusschen-
sciholen, zoodat er allerminst termen zijn, die bezoldiging
uit te breiden.