14 Februari 1903.
49
Overigens meet niet uit het oog verloren worden, dat het
geen in eene advertentie is vermeld, niet tot maatstaf kan
worden genomen, maar wel de benoemingsakte en de be
trekkelijke verordeningen. In de aanstelling van den heer
Van Roeissel is dan Ook wel degelijk melding gemaakt van de
verplichting tot het geven van herhalingsonderwijs. Spreker
zal derhalve stemmen voor het prae-advies van burgemees
ter en wethouders.
De heer BLOEMARTS wil gaarne erkennen, zooals door
vorige .sprekers is aangetoond, dat het hier eene moeielij'ke
zaak geldt. Men is te goedertrouw in eene impasse geraakt.
Spreker zal de geschiedenis ervan niet ophalen, doch is het
geheel eens met den heer Rombouts, dat eene verordening
moet werken voor de toekomst. En dan geldt het spreek
woord un hornme averli en vaut deux. Laat ons dus de fout
niet opnieuw begaan, zegt. spreker, en zaken van personen
onderscheiden, daar de verordening ook voor de toekomst
moet w erkent
Wanneer de hoofden van scholen zich door deze regeling
onbillijk bezwaard achten, dan belet hun niets daarover bij
den raad aan te .kloppen en deze kan dan verder zien.
Waar overigens de heer Sassen heeft betoogd, dat het
slechts eene quaestie geldt van eenige honderden guldens,
meent spreker erop te moeten wijzen, dat het verband van
de geheele verordening zou verbroken worden. En dan ligt
het voor de hand, dat dergelijk besluit aan de gemeente heel
veel geld zou kosten. Intusschen blijft het recht voor belang
hebbenden onverkort, wanneer zij vermeenen, dat hunne
bezoldiging niet billijk geregeld is.
De heer HEIJLAERTS zegt, dat het juist zijne bedoeling
is, om te trachten uit de impasse te geraken, waarvan de
vorige spreker gewaagde.
De heer SASSEN kan zich niet ve.reenigen met de ziens
wijze van de heeren Rombouts en Bloemarts. Spreker wil
de zaak niet op de lange baan schuiven, doch haar zoo spoe
dig mogelijk in orde brengen.