14 Maart 1903.
57
a. in dato 11 Februari 1903, G, no. 147, waarbij dc aanslag
van mevr. de wed. J. J. Laurijssen, berekend oaar een
vermoedelijk inkomen van f 46 500,wordt gehand
haafd en
b. in dato 11 Februari 1903, G, no. 159a, waarbij de aan
slag van P. Otten wordt teruggebracht op f37,18, bere
kend naar een vermoedelijk inkomen van f 1700.
De voorzitter stelt voor deze besluiten eveneens voor
kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
3. Adres van den heer dr. W. Caland, conrector aan het
gymnasium alhier, d.d. 27 Februari 1903, daarbij, uit hoofde
zijner benoeming tot lector in de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de rijks-universiteit te Utrechtmet ingang
van 1 September 1903 eervol ontslag verzoekende uit eerst
genoemde betrekking.
4. Adres van den heer dr. W. Caland voornoemd, d.d.
27 Februari 1903, daarbij verzoekende zijne tegenwoordige
betrekking tot 1 September 1903 te mogen verbinden met die
van lector aan de rijks-universiteit te Utrecht.
De voorzitter stelt voor beide adressen om bericht
en advies te stellen in handen van het college van curatoren
van het gymnasium en van den inspecteur der gymnasia.
Waartoe besloten wordt.
5. Adres van het bestuur der vereeniging „Centraal bu
reau voor sociale adviezen", gevestigd te Amsterdam, d.d.
21 Februari 1903, op daarbij aangevoerde gronden verzoe
kende aan die vereeniging eene subsidie te verleenen.
De voorzitter, dit adres aan de orde stellende, zegt,
dat, wanneer de raad mocht besluiten daaromtrent het
prae-advies in te winnen van burgemeester en wethouders,
hij reeds thans in de gelegenheid is dienaangaande de mee
ning van dat college te doen kennen. Het dagelijksch bestuur
zou in overweging geven aan de verzoekende vereeniging
mede te deelen, dat geen termen aanwezig zijn tot inwilli-