14 Maart 1903. 59 af te schrijven van hoofdstuk II (Onderhoud), een bedrag van102,99a en over te schrijven op hoofdstuk V (Ziekenver pleging), een bedrag van 94,08 en op hoofdstuk VI (Kleeding), een bedrag van 8,91a Samen 102,99a De voorzitter stelt voor de gevraagde machtiging te verleenen. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 7. Schrijven van den minister van binnenlandsche zaken, d.d. 25 Februari 1903, n<>. 1919, houdende mededeeling, dat geen gebruik zal worden gemaakt van het door de gemeente beschikbaar gesteld lokaal voor het houden van vergaderin gen door de plaatselijke commissie, bedoeld bij art. 86 dei- ongevallenwet 1901. De voorzitter stelt voor dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 10 Maart 1903, no. 335, daarbij, onder overlegging van het bericht van het hoofd der school en van het advies van den arrondissements-schoolopziener, ter benoeming tot onder wijzer aan de openbare tusschenschool aan de Nieuwehuizen alhier voordragende lo. J. H. Koëter, 2°. F. M. van Hulten, 3°. C. P. Wijnants. Wordt overgegaan tot stemming. De voorzitter verzoekt den heeren Rombouts en Slechtriem als stemopnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 6 op den heer Van Huiten, 6 op den heer Wijnants en 5 op den heer Koëter, terwijl 1 briefje in blanco was ingeleverd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 59